Gebruikten de Maya's Schrikkeldagen?



Volgens Maya wetenschappers (Mayanisten) gebruikten de Maya’s geen schrikkeldagen in hun kalenders. De 365-dagen kalender (Haäb) is volgens Mayanisten geen vaste kalender: doordat er geen schrikkeldagen worden toegepast, verschuiven de “maanden” in de loop der jaren verder achteruit.


Haäb Kalender
De Chilam Balam boeken zijn aan het einde van de zeventiende en achttiende geschreven, maar het lijkt erop dat veel van de originele teksten voor het eerst tussen 1593 en 1629 zijn geschreven. De schrijvers noteerden bovendien dat ze de Latijnse teksten vanuit Maya hiërogliefen vertaalden. Deze schrijvers konden dus na een halve eeuw of langer na de Spaanse verovering nog steeds de hiërogliefen lezen. Ze hadden dus nog genoeg van hun Maya cultuur weten te behouden en hadden dus ook genoeg kennis bewaard over de werking van hun kalender.


Uit de Chilam Balam boeken blijkt echter dat de 365-dagen kalender (Haäb) wel degelijk een vaste kalender was; er moesten dus wel schrikkeldagen aan toegevoegd zijn. In deze koloniale boeken staan Haäb kalenders met daarachter de Juliaanse datum waarop een Haäb “maand” begon. De Haäb kalender kent 18 perioden van ieder 20 dagen en 5 toegevoegde naamloze dagen. Een periode van 20 dagen noemen de Maya’s uinal en de uinals zoals ze in de koloniale Chilam Balam staan zijn hieronder weergegeven:

  1. Pop 16 juli maïs planttijd

  2. Uo 5 augustus maïs planttijd
    Uo betekent kikker en specifiek brulkikker; ze worden normaal vocaal actief in augustus.

  3. Zip 25 augustus bonen planten

  4. Zotz 14 september
  5. Tzec 4 oktober

  6. Xul 24 oktober vissen schieten kuit
    Xul betekent einde; het einde van het regenseizoen is in oktober.

  7. Yaxkin 13 november maïs planten zijn omgebogen
    Yaxkin betekent het droge seizoen. In Midden-Amerika begint het droge seizoen in november.

  8. Mol 3 december
    Mol betekent verzamelen en in december komt de graanoogst op gang.

  9. Chen 23 december

  10. Yax 12 januari   goede tijd om te oogsten

  11. Zak 1 februari witte (plumeria bloemen) bloesem

  12. Ceh 21 februari Ceh betekent hert. Door een pauze in het hak-en-brand proces, namelijk gedurende de tijd dat het pas omgehakte bos opdroogt zodat het goed brandt, is er tijd voor andere activiteiten. Momenteel tijdens de maand maart is één van deze andere activiteiten herten jagen. In maart kunnen de herten namelijk gemakkelijker gezien worden, doordat de bomen hun bladeren hebben verloren.

  13. Mak 13 maart schildpadden bevallen

  14. Kankin 2 april
    Kankin betekent “gele dag” of “gele zon”. Enkele voorbeelden van de hiëroglief voor deze maand tonen een bladloze boom, soms met de zon in de takken. De bomen zijn in deze tijd van het jaar over het algemeen bladloos, door de droogte sinds begin november. De zon in de hiëroglief bevat arceringen; want in deze tijd van het jaar is de zon vaak verduisterd door de rook van de verbrandde velden voor het nieuwe zaaiseizoen.
    Ook de Klassieke Maya’s (tot het jaar 800) gebruikten deze hiëroglief voor deze “uinal”. Dit betekent dus dat gedurende 800 jaar de uinal Kankin altijd in dit seizoen van het jaar viel en de Yucataanse Maya kalender verbonden was aan het zonne- en agrarische jaar.

  15. Muan 22 april er is een halo rond de middagzon (teken van naderende regen)
    Muan is een vogel die het begin van het regenseizoen aankondigt. Er is onduidelijkheid welke vogel een muan is, het kan een Yucataanse nachtuil of een papagaai zijn.

  16. Pax 12 mei maïs planttijd

  17. Kayab 1 juni maïs planttijd, planten van “jicama”

  18. Kumk’u 21 juni
    Kumk’u betekent waarschijnlijk “het geluid van god” en als toevoeging donder. Juni en juli zijn de maanden waarin donder het meest voorkomt.

  19. Uayeb 11 juli dit zijn de 5 naamloze dagen: chic haban kin. 



Hiëroglief voor Kankin



Door deze lijst vallen een aantal dingen op die betrekking hebben op het koloniale Yucataanse Maya beeld van de werking van de Maya kalender:

  • 1 Pop valt op 16 juli.
  • Diverse maandnamen hebben betrekking op de periode van het jaar waarin ze vallen.
  • Bepaalde agrarische en natuurlijke gebeurtenissen vinden plaats in specifieke uinals (perioden van 20 dagen).

Deze punten worden in de koloniale literatuur ondersteund en betekent dat de Maya’s een methode hadden om hun 365 dagen kalender in het zonnejaar te laten passen. Helaas is er in de paar oorspronkelijke Maya bronnen geen duidelijke verwijzing naar een schrikkeljaar systeem, hoewel termen als “ixma kaba kin”, “lamay tun” en “mol box katun” weinig begrepen zijn en misschien de sleutel bevatten hoe en wanneer schrikkeljaren werden toegepast.


In het Motul Maya – Spaans woordenboek staan twee perioden die de uinal (“maand” van 20 dagen) aangeven waarin een milpa wordt beplant:


Macil te: “vroege milpa, verspreid in de maand van Mac.”
Het vroege planten van een milpa is hier dus verbonden aan de Haäb maand Mac en geeft dus aan dat deze maand op een specifiek moment in het jaar plaats vindt en dus geen verschuifbaar moment is. Het woordenboek geeft ook aan dat Mac in de maand maart is en dit komt overeen met de koloniale kalender.


Poopil te: “late maïs geplant na de heilige Juan in de maand Pop. Dit is mijn late milpa.”
Ook hier is een agrarische activiteit, het laat planten van maïs in de milpa, verbonden aan een vaste maand: Pop. Ook wordt verteld dat Pop na de feestdag van sint Juan (24 juni) volgt en is ook in lijn met de koloniale kalender.


Door al deze aanwijzingen lijkt het bijna onwaarschijnlijk dat de uinals door het zonnejaar “dreven”. Dit lijkt dus in strijd met de gemeenschappelijke overtuiging van de Maya-geleerden; want de namen van de uinals zijn duidelijk gekoppeld aan vaste perioden in het zonne- en agrarische jaar. Het lijkt er dus op dat de Maya's wel degelijk schrikkeljaren gebruikten.


Tevens staat in de koloniale kalender dat Yax “een goede tijd om te oogsten” is. Een vriend vertelde tegen David Bolles in Piste (in Yucatan, Mexico), dat hij normaal op 12 januari met oogsten begint. Na 400 jaar loopt de maand Yax dus nog steeds synchroon met onze zonnekalender.


Ook in de koloniale bronnen, geschreven door Spaanse geestelijken, staat dat een schrikkeljaar bestond. Diego de Landa schrijft dat de Maya iedere vier jaar een dag toevoegden; maar hij vertelt er niet bij hoe ze dat deden.


Sahagun en Duran schreven over de Azteekse kalender, die in veel aspecten overeenkomt met de Maya kalender, en ze bevestigen het verhaal van Diego de Landa: “De vijf resterende dagen van het jaar, de laatste vier van januari en de eerste van februari, noemden ze Nemontemi, dat onvruchtbare dagen betekent. Ze beschouwden ze als dagen van ongeluk en tegenspoed. Er is een vermoeden dat als ze gaatjes in de oren van de jongens en de meisjes maakten, dat iedere vier jaar gebeurde, ze zes dagen van Nemontemi opzij zetten, en het is hetzelfde als onze schrikkeldag iedere vier jaar.”


Ermilo Solis Alcalá suggereert in zijn boek Códice Pérez dat er twee methoden waren om dagen toe te voegen. Voor de officiële telling, zoals op monumenten, zegt hij dat er in ieder Cauac jaar (iedere vier jaar) een dag werd toegevoegd; de Maya’s noemden deze methode U Box Katun. Maar voor de Korte Telling werden aan het einde van de 52-jarige cyclus (Kalender Ronde) aan het einde van het jaar 13 Cauac dertien naamloze dagen (ixma kaba kin) toegevoegd, voor de dag 1 Kan 1 Pop. Volgens hem noemden de Maya’s deze methode U Mol Box Katun. In de koloniale literatuur wordt de term U Mol Box Katun toegepast voor twee van de Ahau Katun’s waarin het jaar 13 Cauac voorkomt: 2 Ahau Katun en 11 Ahau Katun. Dit bevestigd de verklaring van Solis.




Bronnen: 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten