Healing Volgens de Sjamanen

Hieronder is een mooie tekst uit het boek "Healing volgens de Sjamanen" geschreven door Dr Alberto Villoldo:


 Er lag daar een vrouw, uitgestrekt op de matras, met een indiaanse deken opgetrokken tot aan haar kin. Het was onmogelijk haar leeftijd te schatten, zo uitgemergeld was ze. Haar huid was geel van de geelzucht en spande strak over de beenderen van haar gezicht; de pezen in haar nek waren scherpe randen. Haar haar was kort en grijs; haar ogen staarden uitdrukkingsloos naar het plafond vanuit holle kassen. Ze maakte geen beweging, er was geen teken van bewustzijn, niets dat ons toonde dat ze wist dat wij hier waren.

   Antonio keerde zich naar mij, keek me aan en hield de kaars omhoog. Ik deed een stap naar voren en pakte de kaars aan. Hij ging met zijn hand over haar gezicht en haar ogen bleven op het plafond gericht. Een zilveren crucifix lag op haar borst, bevestigd aan een rozenkrans die ze om haar hals had.

   'Een non', fluisterde hij. 'Ze is twee dagen geleden door de indianen van beneden hier gebracht.' Hij gebaarde naar de heuvelrand en de wildernis daarachter.
   'Haar lever heeft het begeven', zei ik. 'Ik denk dat ze in coma is.' Ik vroeg wat we konden doen.
   'Niets. Ze zal vannacht sterven. We kunnen haar alleen helpen haar ziel te bevrijden.'
   Zo'n stuk of twintig, dertig kaarsen hadden de hut van aarde en stro in een soort kapel veranderd. Ik ging op een zak maïsvliezen bij de deur zitten en keek naar mijn metgezel, die tegenover me in de kamer zat. De kamer was warm van al die kaarsen, beschermd tegen de kilte van de avond door de dikke adobemuren.
   Hij ging naar het hoofdeinde van het bed, tilde heel voorzichtig haar hoofd op en verwijderde de rozenkrans van haar nek. Hij legde de kralen in de palm van haar linkerhand en sloot haar vingers eromheen. Toen gebaarde Antonio naar me dat ik de kaarsen moest uitblazen.


Inca graven in Pisac
   Ik liep naar de smalle richel die als een legplank de kamer rondging, terwijl de oude indiaan een laag, gemompeld gezang zong. Ik keek over mijn schouder en zag dat zijn ogen gesloten waren; hij had zijn hand op haar voorhoofd gelegd en zijn lippen bewogen bijna onwaarneembaar. Drie kaarsen verlichtten de kamer, en de rook van de uitgeblazen kaarsen hing in de lucht.

   Don Atonio bewoog zijn handen naar een plek op een paar centimeter boven haar hart. Met gestrekte wijs- en middelvingers, begon hij een cirkelvormige beweging tegen de richting van de wijzers van de klok in te maken, en hij trok zijn hand terug, nog steeds rondgaand, in de rokerige lucht. Hartchakra. Hij deed dit drie keer en ging toen naar de derde chakra, beginnend op een plek op ruim een centimeter van de oppervlakte van haar huid boven haar zonnevlecht, een volmaakte cirkel, zeven centimeter in doorsnee; eerst langzaam, toen sneller, omhoog draaiend en weg. Hij ging naar de diepe holte onder aan haar keel, naar haar maag, haar voorhoofd en toen naar de kruin van haar hoofd. 
'Kijk', zei hij.

   Ik wendde mijn blik af van zijn gezicht en keek neer op het lichaam, op het heel lichte rijzen en dalen van haar borst. Toen stootte Antonio me tegen mijn hoofd.
   Het gebeurde bliksemsnel. Zijn elleboog kwam omhoog en raakte mijn voorhoofd met een harde, puntige klap. Mijn hoofd tolde even. Mijn hand schoot in een reflex naar de plek.
   'Kijk', zei hij.
Het was een ogenblik, niet langer. Iets glinsterde langs de bovenkant van haar lichaam, iets melkachtigs en doorzichtigs op een paar centimeter boven het lichaam. Toen was het verdwenen. Hij pakte me stevig bij mijn arm en bracht me naar het hoofdeinde van het bed.
   'Kijk nu. Niet te scherp, tussen je oogharen door.'
   En daar was het. Niet scherp, maar duidelijk aanwezig: een heel fijne gloed, nu zo'n zeven tot tien centimeter vanaf haar lichaam, alsof een lichtgevende vorm van het lichaam oprees uit de huid. Ik moest me inspannen om niet scherper te kijken. Ik voelde hoe een onwillekeurige kilte langs mijn rug omhoog kroop.
   'Zie ik dit echt?' fluisterde ik.
   'Je ziet het inderdaad, mijn vriend', antwoordde de oude indiaan.
'Een manier van zien die we vergeten zijn, die bewolkt is door tijd en rede.'
   'Wat is het?'

   'Zij is het', zei hij. 'Het is haar kern, haar lichtlichaam. Zij zou het de ziel noemen. Ze wil loslaten.'
Candelabra - Ballestas Eilanden

   Antonio bleef nog een uur aan het werk. Hij herhaalde de procedure die ik eerder had gezien, en hij deed dat met dezelfde geduldige intensiteit, geen moment aarzelend, helemaal gericht op het werk waar hij mee bezig was. Toen boog hij zich over haar hoofd, en hij fluisterde met zijn lippen dicht bij haar oor. Plotseling rees haar borst omhoog, en ze hijgde toen de lucht door haar mond naar haar longen stroomde. Daar bleef hij.

   'Adem uit!'
   En er volgde een lang gepiep, als een ingespannen zucht, toen haar laatste adem wegsijpelde uit haar borst en haar door haar geopende mond verliet. Als vanuit mijn ooghoek zag ik plotseling het melkachtige licht omhoog gaan en versmelten tot iets amorfs, zonder specifieke vorm, iets dat doorzichtig en melkachtig was als een opaal zweefde daar boven haar borst. Ik zag de vorm boven haar keel en haar hoofd zweven, en toen was hij verdwenen. Een geweldig vredig gevoel vulde de hut.
   'Wat was het?' fluisterde ik.

   'Wat de Inca's de wiracocha noemen.' Hij sloot haar oogleden met zijn vingertoppen. 'Ik ben blij dat je het hebt gezien.'





Geen opmerkingen:

Een reactie posten